
leveren aan het behoud van het ambachtelijk beeldhouwen in steen en hout.
Mijmeringen

Er was er eens, heel, heel lang geleden, een man of vrouw die zijn/haar godin van de vruchtbaarheid/moedergodin wilde eren. Een stukje steen werd gevonden en dat stukje steen werd bewerkt. Nog niet zo lang geleden (in 1908) werd dat stukje steen teruggevonden: de Venus van Willendorf (11 cm groot en zo’n 25.000 jaar oud).
Dit beeldje is èèn van de oudste kunstvoorwerpen ooit gevonden: een prachtig voorbeeld van het ambachtelijke beelden maken/houwen? (Zie ook Weber et al, Sci Rep 12, 2926 (2022).
Ambachtelijk beeldhouwen is van alle tijden, van alle culturen, door de eeuwen heen (ga, bijvoorbeeld, naar het Louvre-Lens).
In onze tijd, onder meer door de ontwikkeling van de fotografie, veranderde het ambachtelijk beeldhouwen. Het figuratieve maakte plaats voor het meer abstracte: van Bernini naar Brancusi, naar Hepworth en Moore, naar Arp.
En dan, dan komt het digitale tijdperk. Snelheid ontstaat, uren worden minuten, seconden. De Venus van Willendorf is met de 3D printer in 13 seconden gemaakt.
Het ambacht: van molenaar tot meubelmaker tot beeldhouwer wordt bedreigd. De stichting Nijmeegs Beeldhouwcentrum ‘Peter Dekkers’ wil een bijdrage leveren aan het behoud van het ambacht: beeldhouwen in steen en hout.
We moeten vaststellen dat er gevaar is dat deze kunstvorm verdwijnt. Een kunstvorm die al 25.000 jaar geleden bestond, vele culturen en samenlevingsvormen overleefde. Van alle tijden leek het maar nu wordt deze kunstvorm niet of nauwelijks meer onderwezen op de kunstacademies en in kunst-opleidingen.

Toch is er hoop: er zijn immers nog steeds (jonge) hakkers in hout of steen of beide. Mensen die de tijd nemen een meer of minder groot blok materiaal met hamer en beitel te benaderen en er het gewenste beeld aan te ontworstelen: stapje voor stapje want weg is weg.
Bovendien zijn er musea (b.v Beelden aan Zee, Voorlinde, Kröller Muller, Het Depot maar ook ons eigen Valkhof) die de resultaten van dit worstelwerk graag laten zien en zijn de bezoekers aan dergelijke exposities van piepjong tot overjarig.
De ambachtelijke beeldhouwkunst is dus nog niet dood, zieltogend misschien maar zeker nog niet uitgeteld.
Onze stichting wil een rolletje spelen in het behoud van de ambachtelijke beeldhouwkunst, samen met anderen (de Radboud Universiteit en de Gemeente Nijmegen).
De stichting doet dit door ‘De Haemel’, het oude botenhuis van de Universiteits roeivereniging ‘Phocas’ te hergebruiken en een andere bestemming te geven: Het Oude Botenhuis wordt een beeldhouwcentrum.
In dat botenhuis kunnen drie ateliers van 100 m2 en een werkplaats van 125m2 gerealiseerd worden. De ateliers zijn voor de professionele kunstenaar beeldhouwer en de werkplaats voor de gevorderde amateur en ten behoeve van cursussen (de Lindenberg) en opleiding (Artez).

Er kan op het balkon-terras gehakt worden: zichtbaar voor de buitenwereld en er kan een plaats gerealiseerd worden waar groot werk kan worden gemaakt.
Wandelaars, fietsers en schippers kunnen zien, ruiken (afhankelijk van de steen) en voelen wat ambachtelijk beeldhouwen is. Splinters van het hakken kunnen om de oren vliegen, stof van de inzet van een haakse slijper kan het zicht vertroebelen.
We zijn ervan overtuigd dat het dichtbij zijn van het werken, van het hakken het gewenst besef brengt van de schoonheid van het handmatig maken van beelden: ver voorbij de 3D printer.
Een andere manier om een bijdrage te leveren aan het behoud van deze oer kunstvorm is het realiseren van een curriculum ambachtelijk beeldhouwen in samenwerking met de Kunstacademie (Artez) in Arnhem. Samen met de ervaren amateur beeldhouwers in de werkplaats en de professionals in de ateliers kunnen studenten in een half jaar of een jaar leren, ervaren wat dat trage ambachtelijk werk nu eigenlijk is.
Er zullen jonge kunstenaars komen die de hamer en beitel als voornaamste gereedschap gaan hanteren: dat was, is en blijft het doel van onze stichting.